Ik heb geen groene vingers meer. Dacht ik. Dat had ik afgeleerd nadat ik als kind jaar in, jaar uit op de volkstuin van mijn vader het onkruid moest wieden dat tussen de sperziebonen en de aardappels stond. Toen ik dus 30 jaar geleden onze tuin liet aanleggen moest die dan ook onderhoudsarm zijn. Veel bodembedekkers, boomschors en houten vlonders. Twee keer per jaar de tuin door en we zijn weer klaar. Als klimaatneutraal columnist verwacht u misschien een groener besef van mij.

Helaas, ik moet u teleurstellen. Maar sinds twee jaar is er een verandering te bespeuren; ik haal sinds een paar jaar vaak groenten en kruiden op de wijktuin en krijg daarmee meer besef van wat wanneer groeit.

Neem nou boerenkool. Alleen in de winter verkrijgbaar, denkt u misschien ook. Nee hoor, er bestaat ook zomerboerenkool! Dus afgelopen augustus aten wij boerenkool op z’n zomers. Andijvie, kon ik van mei tot en met december van de wijktuin halen. Met dit groenere besef, groeit ook mijn klimaatbesef. Met wat ik van zo dichtbij haal, verklein ik mijn ecologische voetafdruk.

De wijktuin is nu weer zo goed als leeg, op een enkele doorgesproten spruit na. Ik ben weer aangewezen op de schappen van de supermarkt. Met een groter besef van mijn voetafdruk is de keuze niet makkelijk. Neem ik spinazie uit Nederland of uit Spanje, kies ik de sperziebonen uit Egypte of Marokko of koop ik de rode kool in plastic uit Nederland?

Een heel gepuzzel waarbij voor de hand lijkende keuzes niet de klimaatvriendelijkste zijn. Dat blijkt althans uit de app GF-kalender. Append langs de groentenschappen vul ik met steeds groener wordende vingers tegenwoordig mijn karretje.


KNIJ Inspiratiemails

Wil je onze inspiratiemails met nieuwtjes en tips ontvangen?
Schrijf je dan nu in:

Inschrijven Inspiratiemails

Blogs